Nieuw Beerta in het verleden

 

Nieuw Beerta is een dijkdorp, ontstaan na de voltooiing van de Schanskerdijk in 1657, op de plek van het  verdronken dorp Wynedaham. In 1509 stond bijna het gehele Woldambt onder water.. Hierna  begon men het land weer in te polderen. In 1665 was de bevolking van Beertster Hamrik zo toegenomen, dat er een eigen kerkelijke gemeente gevormd kon worden. De grond was mogelijk nog niet goed ingeklonken want het eerste kerkgebouw uit 1666 moest al in 1689 weer worden afgebroken. Door een pestuitbraak in dezelfde tijd kon men pas in 1696 een nieuw gebouw neerzetten. Omstreeks 1770 werd daar een toren aan toegevoegd. Halverwege de 19e eeuw voldeed dit kerkgebouw niet meer. In 1856 bouwde architect en aannemer E. van der Voort uit Winschoten een nieuwe kerk die, om de graven te sparen, verder westelijk op het kerkhof werd geplaatst.

De huidige PKN Kerk dateert uit 1856 en is een zogeheten Waterstaatskerk. Zij behoort daarmee tot de kerken die in de periode 1824-1875 zijn gebouwd met steun van de rijksoverheid. In de jaren tachtig van de 20e eeuw is een beperkte restauratie uitgevoerd, waarbij o.a. in 1985 een nieuwe klok in de toren is aangebracht. 

In 1840 telde Nieuw Beerta 88 huizen met 753 inwoners. Tegenwoordig (2022) heeft Nieuw Beerta 125 woonadressen  en telt het gemeentelijk adressenbestand 224 inwoners.

De bloeitijd van het dorp ligt in het midden van de 19e eeuw. De fraaiste boerderijen dateren uit die periode. In de 19e eeuw komt namelijk met de stijgende graanprijs de akkerbouw in dit gebied op. De boeren profiteren hiervan en worden schatrijk. Deze rijkdom is nog te zien aan de grote boerderijen die deze ‘herenboeren’ hebben laten bouwen. Vanaf het eind van de 19e eeuw treedt het verval in. Dat gaat gepaard met een felle strijd tussen landarbeiders en boeren. De tegenstelling tussen de boeren en de landarbeiders wordt steeds groter. De lonen worden laag gehouden en de werktijden zijn lang (56 uur per week). De mechanisering van de landbouw zorgt er nog eens voor dat veel arbeiders overbodig worden en worden ontslagen.

 

Opkomst en neergang van de 'Graanrepubliek'

In 1929 vindt in dit gebied de grootse landarbeidersstaking plaats die Nederland gekend heeft. Er wordt ruim 5 maanden gestaakt door arbeiders uit het Oldambt. De stakingen worden hard neergeslagen. Stakers worden door hun werkgevers aangeklaagd en uit hun woning gezet. Onder invloed van deze sociale tegenstellingen groeit de aanhang van de Communistische Partij in dit gebied sterk.

De - overigens onbewoonde - Hamer en Sikkellaan, die loopt ten westen van Nieuw Beerta naar de buurtschap Kostverloren, is één van de herinneringen aan deze tijd.

 
Het verhaal over de welvaart die het graan in de 19e eeuw bracht in het Oldambt en de opkomst van het communisme is prachtig beschreven in het boek van Frank Westerman: “De Graanrepubliek”. Omdat het dorp qua werkgelegenheid geen alternatieven heeft te bieden, is een groot deel van de arbeiders uit de streek weg getrokken.

Nieuw Beerta heeft in de 19e eeuw drie landelijk bekende notabelen voortgebracht, namelijk Jan Freerks Zijlker en 2 van zijn zonen.

J.F Zijlker was evenals zijn vader een landbouwer/hereboer. Hij had van 1829 tot 1861 een landbouwbedrijf van ca. 60 hectare. Daarnaast was hij actief in de politiek. In 1830 werd hij gemeenteraadslid van Beerta en in 1847 lid van de Provinciale Staten van Groningen. Twee jaar later werd hij verkozen tot Kamerlid, wat hij tot 1867 blijft. In Den Haag kijken mede-Kamerleden hem een beetje met de nek aan. Hij hekelt de ellenlange redevoeringen in het parlement, die hij betitelt als ’babbelkoorts’. Zijn collega’s duiden hem aan als ’ongeletterd medelid’. De stenograaf van de Kamer typeert hem als ’een lange, gebruinde, door zijn sterk dialect onverstaanbare landman’. Slechts met één lid kan hij het vinden, en niet de minste, namelijk J.R. Thorbecke,  grondlegger van de parlementaire democratie(Grondwet van 1848).

J. Zijlker nodigt Thorbecke uit voor een bezoek aan zijn dorp, wat ook gebeurt in augustus 1851. De Beertsters onthalen Thorbecke feestelijk en steken de vlag uit.

 

Zoon Derk de Ruiter Zijlker (hij neemt de achternaam van zijn moeder aan) treedt in de voetsporen van pa en wordt ook Kamerlid. Maar hij maakt meer naam als rechter en als antimilitarist. Hij pleit voor het afschaffen van het leger. In 1870-1871 woedt de Frans-Duitse oorlog en dat zet de beroemde Franse schrijver Victor Hugo er toe om de Vredebond op te richten. Derk de Ruiter Zijlker sluit zich hierbij aan. 

Zoon Aeilko Zijlker - naar wie het voormalige dorpshuis is genoemd - verlaat Nieuw Beerta op zijn 20e en vertrekt naar Nederlands Indië, waar hij administrateur wordt van de Oost-Sumatra Tabak Maatschappij. Als hij een uitstapje maakt naar Noord Sumatra en daar in een tabaksschuur moet schuilen voor onweer, valt hem op dat de opzichter bijlicht met een helder brandende toorts. De fakkel is besmeerd met een soort ’aardwas’, gevonden op het water van plassen en poelen. Zijlker herkent de ’aardwas’ als olie en weet met moeite een kapitaal van 1,3 miljoen bijeen te vergaren om te gaan boren. Vlak voor zijn vroege dood in 1890 wordt hij mede-oprichter van de Koninklijke Nederlandse Petroleum Maatschappij, de voorloper van de Shell.

Dominee Bas Ader

Op 20 november 1944 fusilleren de Duitsers aan de rand van Rhenen en Veenendaal 6 verzetsstrijders als vergelding voor een neergeschoten Duitser. Eén van hen was predikant Bas J. Ader  uit Nieuw Beerta, die via de pastorie van Nieuw Beerta meer dan 200 joden heeft gered.

Het dagboek dat zijn vrouw, J.A. Ader-Appels gedurende de oorlog in het diepste geheim bijhield, vormt de basis voor het boek dat zij over die jaren schreef, ‘Een Groninger Pastorie in de Storm’ geheten. Het boek beleefde dertien drukken, is vertaald in het Duits en Fins en onlangs in het Engels.   

 

 Monument voor de gevallene uit de Tweede Wereldoorlog

 

De dorpen Nieuw Beerta, Drieborg en Beerta herdenken jaarlijks gezamenlijk op 4 mei de gevallenen van de Tweede Wereldoorlog.

Het monument en het perkje eromheen worden vrijwillig onderhouden door de Groengroep van Dorpsbelang Nieuw Beerta

 

 

 

 


Recente ontwikkelingen

Bij agrariërs is Nieuw Beerta vooral bekend van de proefboerderij Ebelsheerd (SPNA). Het praktijkonderzoek op dit bedrijf is vooral gericht op granen, koolzaad en suikerbieten. Daarnaast is in het gebouw een laboratorium gevestigd. In dit laboratorium worden aanvullende onderzoeken verricht ter ondersteuning van het praktijkonderzoek.

 De Brochure Dorpsvisie  Nieuw Beerta vormde in 2017 een goede aanleiding om als Vereniging Dorpsbelang Nieuw Beerta vaker met de dorpsbewoners om tafel te gaan en de leefbaarheidsthema’s dorps-breed te bespreken en zo mogelijk aan te pakken. Deze Dorpsvisie is elders op deze website te lezen.

Bezienswaardigheden

De dorpskern van Nieuw Beerta geldt als een Beschermd Dorpsgezicht, ongetwijfeld vanwege een groot aantal rijksmonumenten. Naast de kerk zijn dat ongeveer 8 kapitale boerderijen en villa's.

 

Langs de Groninger Waddenkust zijn van 2009 tot 2016 ca. 50 zogeheten Verhalenbanken - ook wel mozaïekbanken genoemd - geplaatst. Inwoners van dorpen uit deze regio hebben zich hiervoor aangemeld en bedachten zelf onderwerpen voor de verhalen van hun eigen bank. Kunstenaars maakten hiervan vervolgens mozaïekontwerpen. De massief betonnen banken, die ca. 1700 kilo wegen, zijn door vrijwilligers uit de dorpen daarna bekleed met glasmozaïek. De bank van Nieuw Beerta is in 2016 geplaatst, bij de kerk.

 
Aan de Hamer en Sikkellaan bevindt zich het KNMI Weerstation Nieuw Beerta dat regelmatig in het nieuws verschijnt als zijnde de koudste plek in Nederland!

 

In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw zijn naar aanleiding van diverse ruilverkavelingen op verschillende locaties in Groningen dorps- en ruilverkavelingbossen aangeplant. Deze bossen zijn aangelegd ter verfraaiing van het landschap en voor recreatieve doelstellingen. Het dorpsbos van Nieuw Beerta bestaat uit twee bospercelen die zich bevinden aan de noord- en zuidkant van het dorp. Het gezamenlijk oppervlak van beide bossen bedraagt circa 4,5 hectare. Hoofdboomsoort in dit bos is Es. Andere boom- en struiksoorten die erin voorkomen zijn onder meer Eik, Hazelaar, Sleedoorn, Meidoorn en Laurierwilg.

 

En dan nog dit ........ aan de Molenlaan heeft echt een molen gestaan

 

Al in 1790 wordt een "achtkantige korenmolen" aan de Molenlaan genoemd. Ze heeft in de loop der jaren vele eigenaars/molenaars gekend, maar werd uiteindelijk in plm. 1913 afgebroken